Oude Testament

Nieuwe Testament

Leviticus 23:29-37 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

29. Want ieder die zich op die dag niet zal verootmoedigen, zal uitgeroeid worden uit zijn volksgenoten.

30. Ieder die enige arbeid verricht op die dag, zal Ik verdelgen uit het midden van zijn volk.

31. Generlei arbeid zult gij verrichten: het is een altoosdurende inzetting voor uw geslachten, in al uw woonplaatsen.

32. Het zal u een volkomen sabbat zijn en gij zult u verootmoedigen. Op de negende van de maand, des avonds, van avond tot avond, zult gij uw sabbat vieren.

33. En de Here sprak tot Mozes:

34. Spreek tot de Israëlieten: Op de vijftiende dag van deze zevende maand begint het Loofhuttenfeest voor de Here, zeven dagen lang.

35. Op de eerste dag zal er een heilige samenkomst zijn; generlei slaafse arbeid zult gij verrichten.

36. Zeven dagen zult gij de Here een vuuroffer brengen; op de achtste dag zult gij een heilige samenkomst hebben en de Here een vuuroffer brengen; het is een feest, generlei slaafse arbeid zult gij verrichten.

37. Dit zijn de feesttijden des Heren, waarop gij heilige samenkomsten zult uitroepen, om de Here een vuuroffer te brengen: brandoffer en spijsoffer, slachtoffer en plengoffers, naar het voorschrift voor iedere dag,

Lees verder hoofdstuk Leviticus 23