Oude Testament

Nieuwe Testament

Leviticus 18:18-22 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

18. Gij zult geen vrouw nemen als bijvrouw naast haar zuster om haar schaamte te ontbloten nevens haar, tijdens haar leven.

19. En tot een vrouw in haar maandelijkse onreinheid zult gij niet naderen, om haar schaamte te ontbloten.

20. En met de vrouw van uw naaste zult gij geen vleselijke gemeenschap hebben, zodat gij u met haar verontreinigt.

21. En gij zult geen van uw kinderen overgeven, om het aan de Moloch te wijden, opdat gij de naam van uw God niet ontwijdt. Ik ben de Here.

22. En gij zult geen gemeenschap hebben met een, die van het mannelijk geslacht is, zoals men gemeenschap heeft met een vrouw: een gruwel is het.

Lees verder hoofdstuk Leviticus 18