Oude Testament

Nieuwe Testament

Leviticus 18:1-7 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. De Here sprak tot Mozes:

2. Spreek tot de Israëlieten en zeg tot hen: Ik ben de Here, uw God.

3. Gij zult niet doen, zoals men doet in het land Egypte, waar gij gewoond hebt; gij zult niet doen, zoals men doet in het land Kanaän, waarheen Ik u breng; naar hun inzettingen zult gij niet wandelen.

4. Mijn verordeningen zult gij volbrengen en mijn inzettingen in acht nemen en daarnaar wandelen: Ik ben de Here uw God.

5. Ja, gij zult mijn inzettingen en mijn verordeningen in acht nemen; de mens die ze doet, zal daardoor leven: Ik ben de Here.

6. Niemand zal naderen tot zijn naaste bloedverwant, om de schaamte te ontbloten: Ik ben de Here.

7. Gij zult de schaamte van uw vader, dat is de schaamte van uw moeder, niet ontbloten; het is uw moeder, gij zult haar schaamte niet ontbloten.

Lees verder hoofdstuk Leviticus 18