Oude Testament

Nieuwe Testament

Leviticus 13:17-22 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

17. En de priester zal hem bezien; wanneer dan blijkt dat de aangetaste wit geworden is, dan zal de priester de aangetaste rein verklaren; hij is rein.

18. Wanneer er op de huid van het lichaam een zweer was, die genezen is,

19. maar er ontstaat op de plaats van de zweer een witte zwelling of een roodachtig witte plek, dan zal die aan de priester getoond worden.

20. Wanneer de priester die beziet en het blijkt, dat zij beneden de huid zit, en het haar daarop wit geworden is, dan zal de priester hem onrein verklaren; het is de plaag der melaatsheid, die in de zweer is uitgebroken.

21. Maar indien de priester haar beziet en het blijkt dat er geen wit haar op is, en dat zij niet beneden de huid zit, maar verdoft is, dan zal de priester hem zeven dagen opsluiten;

22. en indien zij zich verder over de huid heeft uitgebreid, dan zal de priester hem onrein verklaren; het is de plaag.

Lees verder hoofdstuk Leviticus 13