Oude Testament

Nieuwe Testament

Klaagliederen 2:19-22 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

19. Sta op, kerm in de nachtbij het begin van iedere nachtwake,stort uw hart uit als watervoor het aangezicht des Heren,hef tot Hem uw handen omhoogter wille van het leven uwer kinderen,die van honger versmachtenop de hoek van elke straat.

20. Zie, Here, en aanschouwwie Gij dit hebt aangedaan!Moeten vrouwen haar eigen kroost eten,de kinderen, die zij koesteren?Moeten in het heiligdom des Heren gedood wordenpriester en profeet?

21. Op de straten liggen ter aardeknaap en grijsaard;mijn jonkvrouwen en mijn jongelingenzijn gevallen door het zwaard.Ten dage van uw toorn hebt Gij ze gedood,meedogenloos geslacht.

22. Als voor een feestdag riept Gij samenwat mij van alle kanten verschrikte;op de dag van de toorn des Herenwas er niemand die ontkwam of behouden bleef.Hen die ik had verzorgd en grootgebracht,heeft mijn vijand verdelgd.

Lees verder hoofdstuk Klaagliederen 2