Oude Testament

Nieuwe Testament

Jona 2:1-5 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. En Jona bad tot de Here, zijn God, uit het ingewand van de vis.

2. Hij zeide: Ik riep uit mijn nood tot de Here en Hij antwoordde mij; uit de schoot van het dodenrijk schreeuwde ik, Gij hoordet mijn stem.

3. Gij hadt mij geworpen in de diepte, in het hart der zee, en een waterstroom omving mij; al uw brandingen en uw golven gingen over mij heen.

4. En ik, ik zeide: verstoten ben ik uit uw ogen, zou ik ooit weer uw heilige tempel aanschouwen?

5. Wateren omringden mij, zij bedreigden mijn leven, de diepte omving mij, met zeewier was mijn hoofd omwonden.

Lees verder hoofdstuk Jona 2