Oude Testament

Nieuwe Testament

Job 9:12-18 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

12. Wanneer Hij wegrukt, wie zal Hem weerhouden?Wie zal tot Hem zeggen: Wat doet Gij?

13. God weerhoudt zijn toorn niet,onder Hem kromden zich de helpers van Rahab;

14. laat staan dan, dat ik Hem zou kunnen antwoorden,mijn woorden tegenover Hem uitkiezen,

15. die ik, al had ik gelijk, niet zou weten te antwoorden;mijn Rechter zou ik om genade moeten smeken.

16. Indien ik riep, en Hij mij antwoordde,zou ik niet kunnen geloven, dat Hij mij het oor leende;

17. Hij, die mij in de storm vermorzelt,mijn wonden zonder oorzaak vermeerdert,

18. mij niet vergunt adem te scheppen,maar mij met bitterheid verzadigt.

Lees verder hoofdstuk Job 9