Oude Testament

Nieuwe Testament

Job 8:6-14 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

6. indien gij rein en oprecht zijt,dan zal Hij gewis over u opwakenen uw rechtmatige woning herstellen.

7. Dan zal uw vorige staat gering schijnen,maar uw toekomstige staat zeer groot worden.

8. Want doe slechts navraag bij het voorgeslacht,en geef acht op hetgeen hun vaderen doorvorsten.

9. Wij toch zijn van gisteren en weten niets;want als een schaduw zijn onze dagen op aarde.

10. Zullen zij u niet onderrichten, zullen zij het u niet zeggen,en woorden uit hun hart voortbrengen?

11. Schiet de bieze op, waar geen moeras is?Groeit het oevergras, waar geen water is?

12. Nog is het in volle groei, het kan nog niet worden afgesneden,of het verdort vóór enig ander gras.

13. Zo gaat het allen die God vergeten,en vergaat de verwachting van de goddeloze.

14. Zijn betrouwen is een herfstdraad,zijn toeverlaat een spinneweb.

Lees verder hoofdstuk Job 8