Oude Testament

Nieuwe Testament

Job 8:13-17 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

13. Zo gaat het allen die God vergeten,en vergaat de verwachting van de goddeloze.

14. Zijn betrouwen is een herfstdraad,zijn toeverlaat een spinneweb.

15. Hij steunt op zijn huis, maar dit blijft niet staan;hij grijpt zich eraan vast, maar het houdt geen stand.

16. Saprijk staat hij in de volle zon,en zijn ranken spreiden zich uit over zijn hof.

17. Zijn wortels slingeren zich over steenhopen,hij boort zich tussen de stenen door.

Lees verder hoofdstuk Job 8