Oude Testament

Nieuwe Testament

Job 6:25-30 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

25. Hoe krachtig toch zijn oprechte woorden!Maar wat betekent het verwijt uwerzijds?

26. Is het uw bedoeling woorden te laken?Worden de uitingen van een wanhopige als wind geacht?

27. Zelfs over een wees zoudt gij het lot werpen,en uw vriend als koopwaar verhandelen.

28. Maar nu, wilt u tot mij wenden,in uw aangezicht zal ik u toch niet voorliegen.

29. Komt toch tot bezinning, laat er geen onrecht geschieden;ja, komt weer tot bezinning, mijn recht staat vast.

30. Is er onrecht op mijn tong?Of kan mijn gehemelte geen rampen onderscheiden?

Lees verder hoofdstuk Job 6