Oude Testament

Nieuwe Testament

Job 6:19-27 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

19. De karavanen van Tema zien ernaar uit,de reisgezelschappen van Sebahebben hun hoop erop gevestigd.

20. Zij komen beschaamd uit met hun verwachting,naderbij gekomen, zien zij zich bedrogen.

21. Zo zijt gij thans voor mij geworden;nauwelijks ziet gij iets schrikkelijks, of gij vreest.

22. Heb ik soms gezegd: Geeft mij iets?Of: Helpt mij uit uw vermogen aan omkoopgeld?

23. Of: Redt mij uit de hand van de verdrukker?En: Koopt mij los uit de hand der geweldenaars?

24. Onderricht mij, dan zal ik zwijgen;en laat mij weten, waarin ik gedwaald heb.

25. Hoe krachtig toch zijn oprechte woorden!Maar wat betekent het verwijt uwerzijds?

26. Is het uw bedoeling woorden te laken?Worden de uitingen van een wanhopige als wind geacht?

27. Zelfs over een wees zoudt gij het lot werpen,en uw vriend als koopwaar verhandelen.

Lees verder hoofdstuk Job 6