Oude Testament

Nieuwe Testament

Job 6:1-9 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. Maar Job antwoordde:

2. O, dat mijn verdriet toch goed gewogen werd,en men mijn leed in een weegschaal daarnaast legde!

3. Ja, dan zou het zwaarder blijken dan het zand der zee;daarom waren mijn woorden ondoordacht.

4. Want de pijlen des Almachtigen steken in mij,welker gif mijn geest inzuigt;Gods verschrikkingen stellen zich in slagorde tegen mij op.

5. Balkt de wilde ezel bij het groene gras,of loeit het rund bij zijn voeder?

6. Laat zich flauwe spijze eten zonder zout,of is er smaak aan eiwit?

7. Ik weiger ze aan te raken,zij zijn mij walgelijke spijze.

8. Och, of mijn bede in vervulling ging,en God mijn hoop verwezenlijkte,

9. dat het Gode beliefde mij te verbrijzelen,dat Hij zijn hand uitstrekte en mij afsneed!

Lees verder hoofdstuk Job 6