3. Ikzelf heb gezien, hoe een dwaas wortel schoot,maar aanstonds vervloekte ik zijn woning.
4. Zijn zonen blijven van hulp verstoken,zij worden in de poort vertreden, zonder dat iemand hen redt.
5. Een hongerige eet op, wat hij geoogst heeft,en zelfs uit de doornen haalt hij het weg,en dorstigen snakken naar hun bezit.
6. Want uit het stof komt het onheil niet voort,en uit de aarde spruit de moeite niet op.