Oude Testament

Nieuwe Testament

Job 42:4-8 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

4. „Hoor nu, en Ik zal spreken;Ik wil u ondervragen, opdat gij Mij onderricht.”

5. Slechts van horen zeggen had ik van U vernomen,maar nu heeft mijn oog U aanschouwd.

6. Daarom herroep ik en doe boetein stof en as.

7. Nadat de Here deze woorden tot Job gesproken had, sprak de Here tot de Temaniet Elifaz: Mijn toorn is ontbrand tegen u en tegen uw beide vrienden, want gij hebt niet recht van Mij gesproken zoals mijn knecht Job.

8. Welnu, neemt zeven stieren en zeven rammen en gaat naar mijn knecht Job en brengt ze voor u tot een brandoffer, en mijn knecht Job moge voor u bidden, want slechts hem zal Ik ter wille zijn, zodat Ik u niet iets kwaads aandoe, omdat gij niet recht van Mij gesproken hebt zoals mijn knecht Job.

Lees verder hoofdstuk Job 42