Oude Testament

Nieuwe Testament

Job 40:1-9 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. Toen antwoordde de Here Job uit een storm en zeide:

2. Gord nu als een man uw lendenen,Ik wil u ondervragen, opdat gij Mij onderricht.

3. Wilt gij zelfs mijn recht teniet doen,Mij in het ongelijk stellen om zelf gelijk te hebben?

4. Hebt gij soms een arm als God,en kunt gij donderen met een stem als Hij?

5. Tooi u dan met heerlijkheid en hoogheid,bekleed u met majesteit en luister;

6. stort uw ziedende toorn uit,en zie al wat trots is, en werp het terneer;

7. zie al wat trots is, verneder heten verpletter de goddelozen op staande voet.

8. Verberg hen tezamen in het stof,sluit hen op in het verborgen oord.

9. Dan zal ook Ik u loven,omdat uw rechterhand u de zege geeft.

Lees verder hoofdstuk Job 40