Oude Testament

Nieuwe Testament

Job 39:20-25 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

20. want God heeft haar wijsheid onthoudenen haar geen deel aan het inzicht gegeven.

21. Wanneer zij fier met de vleugels klapt,lacht zij om ros en ruiter.

22. Kunt gij het paard sterkte geven,zijn nek met manen bekleden?

23. Kunt gij het doen springen als een sprinkhaan?Zijn trots gesnuif is een verschrikking.

24. Het doorwoelt met vreugde het dal,met kracht trekt het de strijd tegemoet;

25. het lacht om de vrees en is onvervaarden deinst voor het zwaard niet terug.

Lees verder hoofdstuk Job 39