Oude Testament

Nieuwe Testament

Job 38:33-38 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

33. Kent gij de inzettingen des hemels,bepaalt gij zijn heerschappij over de aarde?

34. Kunt gij uw stem tot de wolken verheffen,zodat een stroom van water u bedekt?

35. Kunt gij de bliksemen uitzenden, zodat zij heengaanen tot u zeggen: Hier zijn wij?

36. Wie heeft wijsheid gelegd in de donkere wolkenof wie heeft inzicht verleend aan de grillige wolkengevaarten?

37. Wie telt de wolken met wijsheid af,en wie keert de kruiken des hemels om,

38. wanneer het stof stolt tot gegoten metaalen de kluiten aan elkander kleven?

Lees verder hoofdstuk Job 38