Oude Testament

Nieuwe Testament

Job 38:32-36 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

32. Doet gij de tekens van de Dierenriem te rechter tijd opgaan,en bestuurt gij de Beer met zijn jongen?

33. Kent gij de inzettingen des hemels,bepaalt gij zijn heerschappij over de aarde?

34. Kunt gij uw stem tot de wolken verheffen,zodat een stroom van water u bedekt?

35. Kunt gij de bliksemen uitzenden, zodat zij heengaanen tot u zeggen: Hier zijn wij?

36. Wie heeft wijsheid gelegd in de donkere wolkenof wie heeft inzicht verleend aan de grillige wolkengevaarten?

Lees verder hoofdstuk Job 38