Oude Testament

Nieuwe Testament

Job 35:11-16 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

11. die ons verstandiger maakt dan het gedierte der aarde,ons wijsheid verleent boven het gevogelte des hemels?

12. Daar roept men, maar Hij antwoordt niet,wegens de overmoed der bozen.

13. Waarlijk, God hoort niet het ijdel geroep,de Almachtige ziet er niet naar om.

14. Hoeveel te minder, nu gij zegt, dat gij Hem niet ziet,dat de rechtszaak vóór Hem ligt,maar dat gij op Hem moet wachten.

15. Maar nu: omdat zijn toorn geen bezoeking doet,en Hij Zich om de overtredingniet al te zeer schijnt te bekommeren,

16. nu zet Job tevergeefs een grote mond op,spreekt vele woorden in onverstand.

Lees verder hoofdstuk Job 35