Oude Testament

Nieuwe Testament

Job 34:28-31 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

28. zodat zij het gejammer van de geringetot Hem deden doordringen,en Hij het geschrei der ellendigen hoorde.

29. Als Hij Zich stilhoudt, wie zal dan veroordelen?Als Hij zijn gelaat voor iemand verbergt,wie zal dan naar hem omzien– om het even of het een volk of een enkeling betreft –,

30. opdat niet een godvergeten mens koning zij,uit degenen die valstrikken voor het volk zijn.

31. Maar als iemand tot God zegt:Ik ben overmoedig geweest, ik zal niet meer geweld plegen;

Lees verder hoofdstuk Job 34