Oude Testament

Nieuwe Testament

Job 34:10-13 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

10. Daarom, gij verstandige lieden, luistert naar mij:God is verre van goddeloosheid, de Almachtige van onrecht.

11. Veeleer vergeldt Hij de mens zijn dadenen doet ieder ondervinden naar zijn wandel;

12. ja waarlijk, God handelt niet onrechtvaardig,de Almachtige buigt het recht niet.

13. Wie heeft de aarde onder zijn leiding gesteld,en wie heeft de ganse wereld gegrondvest?

Lees verder hoofdstuk Job 34