1. Nu dan toch, Job, luister naar mijn rede,en neem al mijn woorden ter ore.
2. Zie toch, ik heb mijn mond geopend,mijn tong onder mijn gehemelte spreekt.
3. Mijn woorden zijn oprechtheid des harten,en wat mijn lippen weten, geven zij zuiver weer.
4. De Geest Gods heeft mij gemaakt,en de adem des Almachtigen doet mij leven.
5. Indien gij kunt, antwoord mij,maak u tegen mij op, stel u te weer.