9. (De mens) slaat zijn hand aan het harde gesteente,hij woelt de bergen om van hun wortel af;
10. in de rotsen houwt hij gangen uit,en allerlei kostbaars ziet zijn oog;
11. de bronnen der stromen damt hij af,en hij brengt het verborgene aan het licht.
12. Maar de wijsheid – waar wordt zij gevonden,en waar toch is de verblijfplaats van het inzicht?