Oude Testament

Nieuwe Testament

Job 22:19-25 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

19. De rechtvaardigen zien het en verheugen zich,en de onschuldige drijft met hen de spot:

20. Waarlijk, onze tegenstanders zijn vernietigd,en het vuur heeft hun nalatenschap verteerd.

21. Gewen u toch aan Hem, opdat gij vrede hebt;daardoor zal uw gewin groot zijn.

22. Neem toch uit zijn mond de onderwijzing aan,en leg zijn woorden weg in uw hart.

23. Wanneer gij u tot de Almachtige bekeert,zult gij gebouwd worden;wanneer gij het onrecht uit uw tent verwijdert,

24. het gouderts wegwerpt in het stof,het goud van Ofir op de rotsgrond der beken,

25. en de Almachtige uw voorraad goudertsen uw zilverschat zal zijn,

Lees verder hoofdstuk Job 22