Oude Testament

Nieuwe Testament

Job 21:14-18 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

14. Maar tot God zeiden zij: Wijk verre van ons,want aan de kennis uwer wegen hebben wij geen lust.

15. Wat is de Almachtige, dat wij Hem zouden dienen,en wat baat het ons, dat wij bij Hem zouden aandringen?

16. (Gij zeidet:) Zie, hun voorspoed staat niet in hun eigen macht,de raadslag der goddelozen is verre van mij.

17. Hoe dikwijls wordt de lamp der goddelozen uitgeblust,en komt hun verderf over hen,deelt Hij hun in zijn toorn smarten toe!

18. Zij worden als stro voor de wind,als kaf, dat de storm wegblaast.

Lees verder hoofdstuk Job 21