Oude Testament

Nieuwe Testament

Job 20:27-29 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

27. De hemel openbaart zijn ongerechtigheid,en de aarde staat tegen hem op.

28. Wat in zijn huis was opgelegd, wordt weggevoerd,weggevaagd ten dage van zijn toorn.

29. Dat is van Godswege het deel van de goddeloze mens,de erfenis, van God hem toegezegd.

Lees verder hoofdstuk Job 20