Oude Testament

Nieuwe Testament

Job 20:1-7 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. Toen nam de Naämatiet Sofar het woord en zeide:

2. Nu dwingen mijn gedachten mij toch tot een antwoord,omdat het in mij stormt.

3. Ik hoorde een voor mij smadelijke terechtwijzing,maar geest zonder inzicht gaf mij antwoord.

4. Weet gij dit soms van oudsher,sedert de mens op aarde geplaatst is?

5. Voorzeker, het gejubel der goddelozen duurt kort,en de vreugde der godvergetenen slechts een ogenblik.

6. Al verheft zich zijn trots hemelhoog,en raakt zijn hoofd aan de wolken,

7. hij gaat als zijn drek voor altijd te gronde;wie hem gezien hebben, zeggen: Waar is hij?

Lees verder hoofdstuk Job 20