Oude Testament

Nieuwe Testament

Job 2:4-9 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

4. Maar de satan antwoordde de Here: Huid voor huid, en al wat iemand heeft, zal hij geven voor zijn leven.

5. Strek daarentegen uw hand uit en tast zijn gebeente en zijn vlees aan – of hij U dan niet openlijk zal vaarwel zeggen!

6. En de Here zeide tot de satan: Zie, hij zij in uw macht; alleen, spaar zijn leven.

7. Toen ging de satan van des Heren aangezicht heen, en sloeg Job met boze zweren, van zijn voetzool af tot zijn hoofdschedel toe.

8. En hij nam een potscherf om zich daarmee te krabben, terwijl hij neerzat in de as.

9. Toen zeide zijn vrouw tot hem: Volhardt gij nog in uw vroomheid? Zeg God vaarwel en sterf!

Lees verder hoofdstuk Job 2