Oude Testament

Nieuwe Testament

Job 19:6-9 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

6. Erkent toch, dat God mij onrecht gedaan heeften zijn net over mij heeft heengeworpen.

7. Zie, ik schreeuw: Geweld! Maar ik krijg geen antwoord.Ik roep om hulp, maar er is geen recht.

8. Mijn weg heeft Hij toegemuurd, zodat ik niet verder kan,en op mijn paden spreidt Hij duisternis.

9. Mijn eer heeft Hij mij ontroofd,de kroon van mijn hoofd weggenomen.

Lees verder hoofdstuk Job 19