Oude Testament

Nieuwe Testament

Job 19:19-26 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

19. Allen die vertrouwelijk met mij omgingen, schuwen mij;en zij die ik liefhad, hebben zich tegen mij gekeerd.

20. Mijn gebeente kleeft aan mijn huid en aan mijn vlees,en slechts mijn tandvlees bleef mij over.

21. Ontfermt u, ontfermt u mijner, gij mijn vrienden,want Gods hand heeft mij getroffen.

22. Waarom vervolgt gij mij, gelijk God,en wordt gij niet verzadigd van mijn vlees?

23. Och, of mijn woorden toch werden opgeschreven,och, of zij kwamen in een boek,

24. met een ijzeren stift in lood werden gegrift,voor eeuwig gehouwen in een rots!

25. Maar ik weet: mijn Losser leeften ten laatste zal Hij op het stof optreden.

26. Nadat mijn huid aldus geschonden is,zal ik uit mijn vlees God aanschouwen,

Lees verder hoofdstuk Job 19