Oude Testament

Nieuwe Testament

Job 16:16-22 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

16. mijn aangezicht is rood van wenen,over mijn oogleden ligt diepe duisternis,

17. hoewel geen gewelddaad aan mijn handen kleeft,en mijn gebed rein is.

18. O aarde! bedek mijn bloed niet,en mijn geroep vinde geen rustplaats!

19. Maar ook nu, zie mijn Getuige is in de hemel,mijn Pleitbezorger in den hoge.

20. Ook al bespotten mij mijn vrienden,nochtans richt zich mijn oog schreiend op God,

21. opdat Hij de mens recht doe tegenover God,en recht doe tussen de mens en zijn naaste.

22. Want nog weinige jaren zullen komen,en dan zal ik het pad gaan, waarlangs ik niet zal wederkeren.

Lees verder hoofdstuk Job 16