Oude Testament

Nieuwe Testament

Job 13:2-8 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

2. Wat gij weet, weet ik ook,ik doe voor u niet onder.

3. Maar toch, ik wil tot de Almachtige spreken,ik wens mijn zaak te bepleiten bij God.

4. Gij echter zijt lieden die met leugen pleisteren,kwakzalvers altemaal.

5. Och, of gij geheel en al zweegt!Dat zou u tot wijsheid strekken.

6. Luistert toch naar mijn terechtwijzingen slaat acht op de verwijten mijner lippen.

7. Zult gij ten gunste van God onrecht sprekenen ten behoeve van Hem bedrog?

8. Wilt gij zijn partij kiezen,optreden als pleitbezorgers voor God?

Lees verder hoofdstuk Job 13