Oude Testament

Nieuwe Testament

Job 10:1-5 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. Mijn ziel heeft een afschuw van het leven,ik wil mijn klacht de vrije loop laten,spreken in de bitterheid mijner ziel.

2. Ik zal tot God zeggen: Veroordeel mij niet;laat mij weten, waarom Gij U tegen mij keert.

3. Brengt het U voordeel, dat Gij verdrukt,dat Gij verwerpt het gewrocht uwer handenen over de raad der goddelozen licht laat stralen?

4. Hebt Gij dan vleselijke ogen,ziet Gij zoals stervelingen zien?

5. Zijn uw dagen als die van een sterveling,uw jaren als de dagen van een man,

Lees verder hoofdstuk Job 10