Oude Testament

Nieuwe Testament

Jesaja 7:4-11 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

4. en zeg tot hem: tracht rustig te blijven, vrees niet, uw hart versage niet voor deze twee rokende stompen brandhout: voor de brandende toorn van Resin en Aram en de zoon van Remaljahu.

5. Omdat Aram kwaad tegen u beraamd heeft, Efraïm en de zoon van Remaljahu, door te zeggen:

6. Wij zullen optrekken tegen Juda, het schrik aanjagen, het voor ons veroveren en de zoon van Tabeal daarin koning maken –

7. zegt de Here Here aldus: Het zal niet bestaan en het zal niet geschieden;

8. maar Damascus blijft het hoofd van Aram en het hoofd van Damascus blijft Resin – binnen nog vijfenzestig jaar zal Efraïm verbroken worden, zodat het geen volk meer is –

9. en Samaria blijft het hoofd van Efraïm en het hoofd van Samaria blijft de zoon van Remaljahu. Indien gij niet gelooft, voorwaar, gij wordt niet bevestigd.

10. En de Here ging voort tot Achaz te spreken:

11. Vraag voor u een teken van de Here, uw God, diep in het dodenrijk of boven in den hoge.

Lees verder hoofdstuk Jesaja 7