Oude Testament

Nieuwe Testament

Jesaja 61:3-9 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

3. om over de treurenden van Sion te beschikken, dat men hun geve hoofdsieraad in plaats van as, vreugdeolie in plaats van rouw, een lofgewaad in plaats van een kwijnende geest. En men zal hen noemen: Terebinten der gerechtigheid, een planting des Heren, tot zijn verheerlijking.

4. Zij zullen de overoude puinhopen herbouwen, het verwoeste uit vroeger tijd doen herrijzen en de steden vernieuwen, die in puin liggen, die verwoest hebben gelegen van geslacht op geslacht.

5. Vreemden zullen gereed staan om voor u de kudden te weiden, vreemdelingen zullen uw akkerlieden en uw wijngaardeniers zijn;

6. maar gij zult priesters des Heren heten, dienaars van onze God genoemd worden; gij zult het vermogen der volken genieten en u op hun heerlijkheid beroemen.

7. In plaats van uw schande gewordt u dubbele vergoeding en in plaats van smaad zullen zij jubelen over hun deel; zo zullen zij dan in hun land dubbele vergoeding verkrijgen, blijvende vreugde zal hun geworden.

8. Want Ik, de Here, heb het recht lief. Ik haat onrechtmatige roof, Ik zal hun stipt hun loon geven en een eeuwig verbond met hen sluiten.

9. En hun nageslacht zal onder de volken vermaard zijn en hun nakomelingschap te midden der natiën; allen die hen zien, zullen erkennen, dat zij het nageslacht zijn, dat de Here gezegend heeft.

Lees verder hoofdstuk Jesaja 61