1. De woestijn en het dorre land zullen zich verblijden, de steppe zal juichen en bloeien als een narcis;
2. zij zal welig bloeien en juichen, ja, juichen en jubelen. De heerlijkheid van de Libanon is haar gegeven, de luister van de Karmel en van Saron; zij zullen aanschouwen de heerlijkheid des Heren, de luister van onze God.
3. Sterkt de slappe handen en verstevigt de knikkende knieën.
4. Zegt tot de versaagden van hart: Weest sterk, vreest niet; zie, uw God zal komen met wraak, met de vergelding Gods; Hij zal komen en Hij zal u verlossen.
5. Dan zullen de ogen der blinden geopend en de oren der doven ontsloten worden;