Oude Testament

Nieuwe Testament

Jesaja 29:1-12 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. Wee Vuurhaard, Vuurhaard, veste waar David zich legerde! Voegt jaar bij jaar, laat de feesten hun kringloop volbrengen;

2. maar Ik zal de Vuurhaard benauwen, dan zal er gekreun en gesteun zijn, en het zal Mij als een vuurhaard zijn.

3. Dan zal Ik Mij rondom tegen u legeren en u met wachtposten insluiten en schansen tegen u opwerpen.

4. Dan zult gij diep uit de grond spreken en uw woord zal uit het stof gedempt opklinken; als van de geest van een dode zal uw stem uit de grond komen en uw woord zal uit het stof piepen.

5. Maar de menigte uwer vijanden zal worden als fijn stof en de menigte der geweldenaars als wegstuivend kaf; onverwachts, plotseling zal het geschieden.

6. Gij zult door de Here der heerscharen bezocht worden met donder, aardbeving en geweldig gedreun, wind, storm en verterende vuurvlam.

7. En als een droom, een nachtgezicht, zal de menigte van al de volken worden, die ten strijde trokken tegen de Vuurhaard, ja, allen die hem en zijn verschansingen bestreden, en die hem in het nauw brachten.

8. En het zal zijn, zoals wanneer een hongerige droomt, dat hij eet, maar als hij ontwaakt, is hij nog onverzadigd; en zoals wanneer een dorstige droomt, dat hij drinkt, maar als hij ontwaakt, is hij nog uitgeput en dorstig; zo zal het zijn met de menigte van alle volken, die tegen de berg Sion ten strijde trekken.

9. Verbaast u en weest verbaasd, verblindt u en weest blind, – zij zijn dronken, maar niet van wijn; zij waggelen, maar niet van bedwelmende drank –.

10. Want de Here heeft een geest van diepe slaap over u uitgestort en Hij heeft uw ogen, de profeten, toegesloten en uw hoofden, de zieners, omhuld.

11. Zo werd het gezicht van dit alles voor u als de woorden van een verzegeld boek, dat men aan iemand geeft, die lezen kan, terwijl men zegt: Lees dit eens; maar hij antwoordt: Ik kan niet, want het is verzegeld.

12. Of het boek wordt gegeven aan iemand die niet lezen kan, terwijl men zegt: Lees dit eens; maar hij antwoordt: Ik kan niet lezen.

Lees verder hoofdstuk Jesaja 29