Oude Testament

Nieuwe Testament

Jesaja 27:11-13 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

11. Wanneer haar takken verdroogd zijn, worden zij afgebroken; vrouwen komen en steken ze aan. Omdat het geen volk van inzicht is, daarom ontfermt zijn Maker er Zich niet over en is zijn Formeerder het niet genadig.

12. Maar het zal te dien dage geschieden, dat de Here de aren zal dorsen van de Rivier af tot de Beek van Egypte toe, en gij zult ingezameld worden één voor één, kinderen Israëls.

13. En het zal te dien dage geschieden, dat er op een grote bazuin geblazen zal worden, en zij die verloren waren in het land Assur en die verdreven waren in het land Egypte, zullen komen en zich nederbuigen voor de Here op de heilige berg te Jeruzalem.

Lees verder hoofdstuk Jesaja 27