Oude Testament

Nieuwe Testament

Jesaja 26:3-10 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

3. Standvastige zin bewaart Gij in volkomen vrede, omdat men op U vertrouwt.

4. Vertrouwt op de Here voor immer, want de Here Here is een eeuwige rots.

5. Want Hij heeft de bewoners der hoogte, der ontoegankelijke veste neergeworpen, Hij vernedert haar, vernedert haar tot de grond toe, doet haar tot in het stof neerstorten.

6. Voeten zullen haar vertreden: de voeten der ellendigen, de treden der geringen.

7. Het pad des rechtvaardigen is effen; Gij baant voor de rechtvaardige een effen spoor.

8. Ook in de weg uwer gerichten hebben wij U verwacht, o Here; naar uw naam en naar uw gedachtenis ging ons zielsverlangen uit.

9. Van ganser harte verlang ik naar U in de nacht, ja, uit het diepst van mijn gemoed zoek ik U; want wanneer uw gerichten op de aarde zijn, leren de inwoners der wereld gerechtigheid.

10. Al wordt de goddeloze genade bewezen, hij leert geen gerechtigheid; hij handelt slecht in een land van recht en de majesteit des Heren ziet hij niet.

Lees verder hoofdstuk Jesaja 26