Oude Testament

Nieuwe Testament

Jeremia 9:22-26 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

22. – Spreek, zo luidt het woord des Heren –zodat vallen de lijken der mensen als mest op het velden als een garve achter de maaier,die niemand opzamelt.

23. Zo zegt de Here: De wijze roeme niet op zijn wijsheid, en de sterke roeme niet op zijn kracht, de rijke roeme niet op zijn rijkdom,

24. maar wie roemen wil, roeme hierin, dat hij verstand heeft en Mij kent, dat Ik de Here ben, die goedertierenheid, recht en gerechtigheid op aarde doe; want daarin heb Ik behagen, luidt het woord des Heren.

25. Zie, de dagen komen, luidt het woord des Heren, dat Ik bezoeking zal doen over alle besnedenen die toch de voorhuid hebben;

26. over Egypte en Juda, Edom en de Ammonieten, Moab en allen, die zich het haar rondom wegscheren, die in de woestijn wonen; want alle volkeren zijn onbesneden, maar het gehele huis van Israël bestaat uit onbesnedenen van hart.

Lees verder hoofdstuk Jeremia 9