Oude Testament

Nieuwe Testament

Jeremia 9:15-19 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

15. Daarom, zo zegt de Here der heerscharen, de God van Israël: Zie, Ik spijzig hen met alsem, Ik drenk hen met gifsap;

16. Ik verstrooi hen onder de volkeren die zij niet kennen, zij noch hun vaderen, Ik zend hun het zwaard achterna, totdat Ik aan hen een einde zal gemaakt hebben.

17. Zo zegt de Here der heerscharen: Let op, roept de klaagvrouwen, dat zij komen, zendt tot de wijze vrouwen, dat zij komen,

18. dat zij zich spoeden om over ons een weeklacht aan te heffen, zodat onze ogen van tranen vloeien en onze oogleden van water stromen.

19. Want het geluid van een weeklacht wordt gehoord uit Sion: Hoe zijn wij vernield! Wij zijn ten zeerste te schande geworden, omdat wij het land moeten verlaten, omdat zij onze woningen omwerpen.

Lees verder hoofdstuk Jeremia 9