Oude Testament

Nieuwe Testament

Jeremia 50:1-3 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. Het woord, dat de Here over Babel, over het land der Chaldeeën, gesproken heeft door de dienst van de profeet Jeremia.

2. Boodschapt onder de volken en laat het horen, verheelt het niet, zegt: Babel is genomen, Bel staat beschaamd, Merodak terneergeslagen, beschaamd staan zijn beelden, terneergeslagen zijn drekgoden.

3. Want er rukt een volk tegen op uit het Noorden, dat zijn land tot een woestenij zal maken, zodat er geen inwoner in is; zowel mensen als dieren zijn gevloden, verdwenen.

Lees verder hoofdstuk Jeremia 50