Oude Testament

Nieuwe Testament

Jeremia 5:28-31 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

28. zelfs gaan zij alle boosheid te buiten. Het pleit voeren zij niet, het pleit van de wees, en zij hebben voorspoed; het recht der armen richten zij niet.

29. Zou Ik hierover geen bezoeking doen, luidt het woord des Heren, of zou Ik aan een volk als dit Mij niet wreken?

30. Ontzettend en afschuwelijk is wat er voorvalt in het land;

31. de profeten profeteren vals en de priesters verschaffen zich gewin nevens hen, en mijn volk heeft het gaarne zo. Maar wat zult gij doen, als het op een einde loopt?

Lees verder hoofdstuk Jeremia 5