Oude Testament

Nieuwe Testament

Jeremia 48:1-5 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. Over Moab.Zo zegt de Here der heerscharen, de God van Israël: Wee over Nebo, want het is verwoest; te schande geworden, ingenomen is Kirjataïm; te schande geworden is de vesting en terneergeslagen.

2. Moabs roem is er niet meer; in Chesbon zint men op onheil tegen hen: Komt, laat ons het uitroeien als volk! Ook gij, Madmen, zult verdelgd worden, het zwaard zal u achtervolgen.

3. Hoor! geschreeuw uit Choronaïm: verwoesting en groot verderf!

4. Verbroken is Moab; zijn kleinen doen geschreeuw horen.

5. Ja, de helling van Luchit gaat men al wenende op; ook in de pas van Choronaïm hoort men noodgeschrei.

Lees verder hoofdstuk Jeremia 48