Oude Testament

Nieuwe Testament

Jeremia 38:7 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

Ebed-Melek echter, de Ethiopiër, een hoveling, die in het paleis des konings was, hoorde, dat zij Jeremia in de put hadden neergelaten – de koning nu vertoefde in de Benjaminpoort –

Lees verder hoofdstuk Jeremia 38

Uitzicht Jeremia 38:7 in verband