Oude Testament

Nieuwe Testament

Jeremia 28:6-10 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

6. en de profeet Jeremia zeide: Amen, zó doe de Here! De Here vervulle de woorden die gij geprofeteerd hebt, door het vaatwerk van het huis des Heren en al de ballingen uit Babel naar deze plaats terug te brengen.

7. Hoor evenwel naar dit woord, dat ik ten aanhoren van u en van het gehele volk spreek:

8. De profeten die er vóór mij en vóór u van ouds geweest zijn, die hebben over machtige landen en grote koninkrijken geprofeteerd van oorlog, rampspoed en pest;

9. de profeet die van vrede profeteert – als het woord van die profeet komt, zal van die profeet erkend worden, dat de Here hem in werkelijkheid gezonden heeft.

10. Toen nam de profeet Chananja het juk van de hals van de profeet Jeremia en brak het,

Lees verder hoofdstuk Jeremia 28