Oude Testament

Nieuwe Testament

Jeremia 26:1-6 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. In het begin der regering van Jojakim, de zoon van Josia, de koning van Juda, kwam dit woord van de Here:

2. Zo zegt de Here: Ga in de voorhof van het huis des Heren staan en spreek tegen alle steden van Juda, die komen om zich in het huis des Heren neder te buigen, al de woorden die Ik u gebied tot hen te spreken; doe er geen woord af.

3. Misschien zullen zij gehoor geven en zich bekeren, een ieder van zijn boze weg; dan zal Ik berouw hebben over het kwaad dat Ik hun denk aan te doen om de boosheid hunner handelingen.

4. Spreek dan tot hen: Zo zegt de Here: Als gij niet naar Mij luistert en niet wandelt naar de wet die Ik u voorgelegd heb,

5. en niet hoort naar de woorden van mijn knechten, de profeten, die Ik tot u zond, vroeg en laat, zonder dat gij gehoor gegeven hebt,

6. dan zal Ik dit huis gelijk maken aan Silo, en Ik zal deze stad maken tot een vloek voor alle volkeren der aarde.

Lees verder hoofdstuk Jeremia 26