Oude Testament

Nieuwe Testament

Jeremia 25:32-36 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

32. Zo zegt de Here der heerscharen: Zie, rampspoed gaat van volk tot volk, een zware storm steekt op van de uithoeken der aarde,

33. en zij die door de Here geveld zijn, zullen te dien dage liggen van het ene einde der aarde tot het andere, zij zullen niet beklaagd, noch bijeengezameld, noch begraven worden; tot mest op de akker zullen zij wezen.

34. Jammert, o herders, schreeuwt het uit! Wentelt u in het stof, o gebieders der kudde; want voleindigd zijn uw dagen, dat gij geslacht wordt. Ik zal u verbrijzelen en gij zult nedervallen als kostbaar vaatwerk.

35. Dan ontvalt de herders toevlucht en de gebieders der kudde ontkoming.

36. Hoor! geschreeuw van de herders en gejammer van de gebieders der kudde, omdat de Here hun weideplaatsen heeft vernield;

Lees verder hoofdstuk Jeremia 25