Oude Testament

Nieuwe Testament

Jeremia 22:27-30 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

27. en naar het land waarop zij hun hart zetten om daar terug te keren, daarheen zullen zij niet terugkeren.

28. Is hij een versmade, verbrijzelde pot, deze man, Konjahu, of een waardeloos stuk aardewerk? Waarom zijn zij weggeslingerd, hij en zijn geslacht, verworpen naar een land, dat zij niet kenden?

29. Land, land, land, hoor des Heren woord:

30. Zo zegt de Here: Schrijf deze man in als kinderloos, een man die in zijn dagen geen geluk heeft, want het zal aan geen van zijn nakomelingen gelukken om te zitten op de troon van David en weer over Juda te regeren.

Lees verder hoofdstuk Jeremia 22