Oude Testament

Nieuwe Testament

Jeremia 22:14-17 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

14. die zegt: Ik zal mij een groots huis bouwen, ruime opperzalen; die daarin zijn vensters aanbrengt en het dekt met cederhout, het bestrijkt met menie.

15. Zijt gij een koning, als gij wedijvert in cederhout? Uw vader, heeft hij niet gegeten en gedronken en recht en gerechtigheid gedaan? Toen ging het hem wèl.

16. Hij deed de ellendige en arme recht wedervaren; toen ging het wèl. Is dàt niet Mij erkennen? luidt het woord des Heren.

17. Maar gij hebt enkel oog en hart voor uw onrechtmatig gewin en voor het vergieten van onschuldig bloed, voor het begaan van onderdrukking en geweld.

Lees verder hoofdstuk Jeremia 22